Laat ze in een grote kookpan in 3 minuten glazig worden in een beetje boter. Voeg de wijn en de rest van de boter bij en breng op smaak met peper. Laat op een zacht vuurtje koken. Doe er de mosselen bij, zet een deksel op de kookpan en laat op een constant vuur de mosselen openkomen. Schud de kookpan twee keer. Schep met een schuimspaan de mosselen uit de pan en leg ze in een slakom. Dek af en hou ze warm. Zeef het kookvocht en laat tot 3/4 inkoken (6-7 minuten kooktijd). Meng het citroensap, de kerrie, de eierdooiers, de room en de mosterd in een kom. Giet het mengsel al roerend in het kookvocht. Neem van het vuur van zodra het begint te koken en giet over de mosselen.