Verhit de melk en roer de suiker en de boter erdoor. Laat het daarna afkoelen. Giet het lauwwarme water in een voorverwarmde kom. Laat de gist erin oplossen. Voeg het melkmengsel en 3 koppen bloem toe. Meng alles goed door elkaar en voeg daarna de rest van de bloem erbij. Kneed tenminste 10 minuten met de handen tot een soepel deeg verkregen is. Vorm er een bal van en leg die in een kom. Dek hem af met een vochtig gemaakte doek en zet hem op een lauwwarme plek. Na anderhalf uur moet het volume van het deeg verdubbeld zijn. Roer intussen de boter zacht en roer de suiker erdoor tot een creme-achtige massa is verkregen. Voeg die al kloppend met een mixer beetje voor beetje aan het gerezen deeg toe. Verdeel het deeg over twee grote tulbandvormen. Zet de vormen onder een natgemaakte doek op een lauwwarme plek en laat het deeg gedurende 40 minuten rijzen tot het volume opnieuw verdubbeld is. Bak de breuders in een matig warme oven van 170 graden goudbruin in ca. 40 minuten. Laat ze in de vormen afkoelen en stort ze na 10 minuten op een taartrooster. Bestrooi ze met poedersuiker. Besmeer de plakken met boter -of zoals ze het op Sri Lanka nog altijd doen- leg er dunne plakjes jonge kaas op.