Klop de drie eiwitten los, doop er een stuk opgevouwen keukenpapier in en strijk hiermee de bodem van een verwarmde pan (niet heet) met anti-aanbaklaag in. Schep er nu een flinke pollepel deeg in en draai met de pan tot het beslag zich mooi over de bodem verdeeld heeft. Draai de pannenkoek na 2 minuten om en bak hem aan de andere kant. Smelt de boter in een steelpannetje en los er de honing in op. Leg de pannenkoek op een voorverwarmd bord en strijk hem in met het honing-boter-mengsel. Dompel de bodem van de pan in koud water, zodat de pan voldoende afkoelt (anders krijg je straks geen gaatjes meer in de pannenkoek), strijk er weer wat eiwit in en bak de volgende pannenkoek. Leg die bovenop de eerste en strijk ′m weer met honingboter in. Bak zo het beslag op en serveer de pannenkoeken warm of lauw (de honingboter zorgt ervoor dat de pannenkoeken niet aan elkaar plakken).