Snijd bij de knollen van de boven- en onderkant een plak af. Zet de knollen op een snijplank en snijd de schil er met een scherp mes van boven naar beneden af. Snijd de knol vervolgens in dikke plakken en de plakken in dikke 'frieten'. Breng een grote pan met water aan de kook en voeg (eventueel in etappes) de repen knolselderij hieraan toe. Verwarm de oven voor op ca. 225 °C. Kook de knolselderij-frieten ca. 2 minuten, neem ze met een schuimspaan uit het kokende water of giet ze door een vergiet af. Laat uitdampen en verdeel ze over een of twee ovenbakplaten. Besprenkel rijkelijk met olie, met zout naar smaak en met kerrie. Meng goed door elkaar zodat de selderijfrieten rondom met een filmdun laagje olie en kruiden bedekt zijn. Schuif de bakplaten in de hete oven en laat ze hierin in ca. 30 -35 mooi goudbruin kleuren en gaar worden. Reken op een baktijd van 30-35 minuten.