Vermeng in een kommetje mosterdzaad, kerriepoeder, koenjit, zoetstof of fructose en tarwevolkorenmeel. Voeg wat van de 1/2 liter azijn toe en maak er een glad papje van zonder klonten. Voeg de olie, de knoflook en de gemberpoeder toe. Breng in een pan de rest van de azijn aan de kook en klop er met een garde het kruidenpapje door totdat een dikke en gladde mosterdsaus ontstaat. Neem de saus van het vuur af. Breng in een grote pan water met zout aan de kook. Voeg de in blokjes gesneden groente toe en blancheer ze 2 minuten. In een vergiet de groenten onder koud stromend water laten afkoelen en uit laten lekken. 3 Glazen jampotjes met schroefdeksel in heet sodawater afwassen. Goed naspoelen met heet water. De potjes omgekeerd op een schone theedoek laten uitlekken. De afgekoelde groenten door de mosterdsaus roeren. Schep de piccalilly in de schone potjes. Sluit de potjes af en laat de potjes nog 1 tot 2 weken dicht zodat de smaken goed kunnen intrekken.