Verwarm de oven voor op 220 C. Beboter lichtjes een ondiepe ovenvaste schaal die precies groot genoeg is om 8 hale peren nasst elkaar te leggen. Pers de citroen uit, schenk het sap in een pan en met deksel, groot genoeg om de halve peren naast elkaar in te leggen. Voeg de rode wijn met 6 el tafelsuiker en de kaneel aan het citroensap in de pan toe. Breng alles aan de kook en laat het mengsel zachtjes doorkoken. Schil de peren, halveer ze en verwijder het klokhuis. Leg de halve peren in de wijnsiroop en pocheer ze 10 min tot ze zacht zijn. Bedruip ze tijdens het pocheren af en toe met de wijnsiroop. Maak intussen de meringue. Doe de eiwitten in een schone, vetvrije kom en klop ze enigszins stijf maar niet droog ( dit gaat het makkelijkst met een mixer). Klop er lepel voor lepel de resterende suiker door en klop het eiwt na iedere schep weer zorgvuldig door. Voeg vervolgens de vanille toe en klop de meringue stijf en glanzend. Neem de peerhelften met een schuimspaan uit de pan, zodat het wijn-citroenmengsel in de pan achterblijft. Leg de peerhelften met de bolle kant naar beneden in de ovenvaste schaal. Schep de meringue in de holte, strooi de amandelen erover en zeef er tot slot de poedersuiker over. Zet de peren met de meringue ca. 5 min in de oven tot de meringue lichtbruin is. Kook intussen het pocheervocht op matig vuur in tot het een dikke siroop geworden is. Verwijder evt. het kaneelstokje en schenk de saus in een karaf. Neem de peren voorzichtig uit de oven, zodat de meringue er niet af valt en serveer ze met de wijnsaus.