Laat de linzen minstens 12 uur weken in water, kook ze daarna in een stomer en prak ze fijn met een vork. Laat de geprakte linzen afkoelen en vermeng ze daarna met de gemalen kokos, het zout en 150 g suiker. Meng alles goed door elkaar en kneed daarna het mengsel in kleine balletjes ter grootte van een druif. Klop de eieren een beetje op in een mengkom. Giet 375 ml water in een pan, doe de overgebleven suiker en de jasmijn-essence erbij en breng het water aan de kook. Blijf roeren totdat de suiker is opgelost. Temper het vuur en houd de siroop tegen het kookpunt. Doop de linzen-′druiven′ in de eierdooier en zorg dat ze helemaal bedekt zijn met ei. Kook ze dan 5 minuten in de siroop. Leg ze op een metalen druiprek en laat ze afkoelen. Laat ze minstens 30 minuten in de koelkast liggen voor ze op te dienen en versier ze met de verse mintbladeren en de jasmijnbloemen.