Borstel de mosselen en de schelpen goed schoon en spoel ze af met koud water. Doe ze in een pan met felkokend water en laat ze staan totdat de schalen opengaan; verwijder diegene die niet open gaan. Haal de schelpen uit het water en gooi de schalen weg. Blancheer de garnalen in felkokend water, pel ze daarna. Snijd de visfilet in kleine stukjes. Kneus de knoflook en hak de gember, sjalotten en corianderwortels in stukken. Verhit de helft van de olie in een pan en bak de knoflook, gember, sjalotten en korianderwortels al roerend 3 to 4 minuten, voeg de bouillon toe en breng het snel aan de kook. Temper het vuur en laat het 15 minuten sudderen, giet daarna de bouillon door een fijne zeef in een nieuwe pan. Breng de bouillon weer aan de kook, voeg de seafood toe en breng het geheel op smaak met zout en versgemalen zwarte peper. Temper het vuur en laat het sudderen totdat de seafood gaar is, maar nog stevig is. Doe dan de soep in een terrine en houd het warm. Verwarm de overgebleven olie in een pan, voeg de rijst toe en bak het gedurende 2 tot 3 minuten al roerend, voeg de vissaus toe, roer het geheel goed dooreen en laat het nog een minuut doorkoken. Giet de bouillon over de rijst, doe een deksel op de pan en laat het koken totdat de rijst zacht is.