1 Was de champignons, snijd eventueel een stukje van de onderkant af. Pel de ui, snijd hem in kleine stukjes.
2 Verhit in de koekenpan de margarine, bak hierin de paddenstoelen en de uiensnippers samen met de kerrie. Snijd de citroen in tweeen, pers een van de helften uit. Sprenkel het sap over de paddenstoelen in de koekenpan. De andere helft snijdt u in vier partjes die straks voor de garnering worden gebruikt.
3 Schep na 10 minuten de champignons met een schuimspaan over in een vergiet of zeef. Laat ze zo enigszins afkoelen. Doe de witte wijn bij het kookvocht. Breng alles aan de kook. Doe er een beetje peper en zout bij. Roer de maizena glad met een beetje water. Bind daarmee het vocht tot een sausje.
4 Was de slablaadjes. Dep ze droog en ;eg dan op elk van de vier bordjes een blaadje. Verdeel de champignons, giet de saus erover en garneer met een partje citroen en een toefje peterselie.