Verwarm de oven voor op 220?C. Schep het beslag in een spuitzak met een glad spuitmondje en spuit, verdeeld over twee met bakpapier beklede bakplaten, 70 soesjes ter grootte van een walnoot. Let op voldoende tussenruimte, want het formaat van de soesjes verdubbelt. Duw de puntjes met een natgemaakte vinger naar beneden om te voorkomen dat ze verbranden. Zet de soesjes in de voorverwarmde oven, schakel de oventemperatuur na 10 minuten terug naar 180?C en laat de soesjes nog 10 minuten bakken. Schakel de oven uit en laat de soesjes met de ovendeur op een kier nog 10 minuten drogen. Laat ze op een rooster afkoelen. Afwerking: Klop de slagroom met de suiker bijna stijf en klop er dan de slagroomversteviger door. Prik met een spuitmondje een gaatje in de bodem van ieder soesje. Schep de slagroom in een spuitzak en vul de soesjes. Maak op een platte schaal een piramide van de soesjes. Maak een "bodem" van ca. 25 soesjes. Daarop komt een laag van 16, een laag van 12, een laag van 8, een laag van 5, een laag van 3 en tenslotte een kroon van een soesje. Doe de suiker met het water voor de karamel in een steelpan met een dikke bodem en laat koken tot een helderbruine karamel. Trek met twee vorken draden van de karamel en spin die om de piramide.