Was de patrijzen van binnen en van buiten, dep ze droog en kruid ze met zout en peper. Pel de sjalotten en snijd ze in de lengte in stukken. Verhit in een braadpan 2 eetlepels olijfolie en bak de patrijzen snel aan alle kanten. Haal ze uit de pan. Stop de rest van de olijfolie in de braadpan, voeg de wortels, prei, selderie en eekhoorntjesbrood toe en bak dit gedurende een paar minuten. Voeg de tomatenpuree toe en laat dit, al roerend, goed heet worden gedurende 5 minuten. Blus met 200 ml kippenbouillon en voeg 150 ml rode wijn toe en de takjes tijm. Laat de sappen uit de pan oplossen. Leg de patrijzen in de braadpan met de borst naar boven en braad het in de oven op 175 graden gedurende 35 minuten. Voeg geleidelijk aan de rest van de bouillon en de rode wijn toe. Snijd voor het bereiden van de knolselderijpuree, de knolselderij in stukjes van 2 cm. Kook dit in de groentebouillon gedurende 15 minuten. Roer de room erdoor, stop alles in de blender en mix het tot een fijne puree. Breng het geheel op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Haal de patrijzen uit de braadpan en houd ze warm. Giet de saus in een kleine pan, kook het tot het een beetje is ingedikt en voeg eventueel nog wat kruiden toe. Leg de patrijzen op de borden, giet de saus erover en serveer het geheel met de knolselderijpuree.