Meng het ei et de suiker, daarna met de bloem en het zout, tot een korrelig deeg. Stukjes boter doorroeren tot het mooi egaal is. Maak een deegbal, zet hem een uur in de koelkast. Meng amandelen, kaneel en suiker met de eierdooiers. Voeg twee geraspte appelen met wat citroensap bij dit mengsel. Het tot sneeuw geklopte eiwit doorspatelen. Schik het uitgerolde deeg in een beboterde taartvorm. Schep de vulling erop. Druk de overige, geschilde, doorboorde en gehalveerde appelen in de taartvulling. Kerf de bolle kanten in, bestrijk met bessenjam. Bak de taart 40 minuten in een voorverwarmde oven op 220?C.