Schilkde schorsenerenmet een dunschiller en leg ze onmiddellijk in water met een geut azijn om verkleuring te voorkomen. Snijd ze in staafjes van 4 cm lang en snijd de zwarte puntjes weg. Snijd de dikkere sukken nog eens middendoor zodat ze allemaal ongeveer even dik zijn. Spoel de schorseneren dan grondig en kook ze beetgaar in ongeveer 8 minuten in water met een geut azijn en wat zout. Blancheer dan de erwten gedurende 3 minuten in licht gezouten kokend water en laat ze schrikken in ijskoud water. Breng de visbouillon aan de kook en pocheer hierin de stukken rog gedurende 5 tot 8 minuten, naargelang de grootte. VErwijder de kookpot van het vuu en houd de vis in de bouillon warm. Bak de schorseneren en de erwten in een klontje boter en houd ze warm. Smelt de boter, vermeng ze met de kappertjes, de peterselie, de dragon, het citroensap, zout en peper. Schikde groenten en de vis op een bord en overgiet deze met de botersaus.