Leg het deeg in het midden van het doek en rol het enigszins langwerpig uit. Verdeel er een ? eetlepel olie over. Steek nu de handen met de rugkant naar boven onder het deeg en rek het deeg vanuit het midden voorzichtig op tot iets over de rand van een lange zijde van de tafel. Zet het deeg vast en rek het vervolgens op dezelfde wijze op naar de tegenovergestelde tafelrand, zonder dat het daarbij scheurt. Besprenkel tijdens het spannen het deeg met de resterende olie. Ga hiermee door tot u een deeglap hebt van ca. 75 x 100 cm. Snijd de dikke deegranden weg en verdeel 100 gram gesmolten boter over het deeg. beleg het deeg met de appelschijfjes; houd daarbij eenderde ddel aan een korte zijde vrij. Verdeel achtereenvolgens de rozijnen en het citroenrasp over de appelschijfjes. Besprenkel de vulling met rum, verdeel er de fijngemalen kruidnagel over en bestrooi met kaneel en suiker. Til het doek aan de korte zijde die tot aan de rand met vulling belegd is op en houd het in een vloeiende beweging zo hoog dat de strudel zichzelf oprolt. Vouw beide uiteinden van de deegrol om en druk licht aan zodat de vulling er tijdens het bakken niet uitloopt. Bestrijk een bakblik met boter en snijd afhankelijk van het formaat van het bakblik de strudel in 2 of 3 stukken. Leg op het bakblik en verdeel er de resterende boter over. Bak de strudel in een voorverwarmde oven van 175 graden C. gaar. Bestrooi de strudel met suiker en serveer warm