Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een lap van ca. 1/2 cm dik en steek er rondjes uit van ca. 12 cm doorsnee. Maak de randen nat met wat water en leg midden op elk rondje deeg 1-2 eetlepels van de vulling. Vouw ze dubbel, vorm ze tot een halve maan en maak de naad dicht door met de duim en wijsvinger een kabelmotief te draaien. Bak de pasteitjes midden in de voorverwarmde oven krokant in ca. 10 minuten. Snipper voor de vulling de gepelde knoflook en de sjalotjes (groen apart houden). Hak de garnalen en vis in stukjes. Verhit in een ruime koekenpan de olie en fruit sjalot en knoflook goudgeel. Voeg de bouillon toe; breng aan de kook en laat op laag vuur het geheel inkoken. Voeg nu vis, garnalen, amandelen, paprika, enkele druppels worcestersaus en het fijngesneden groen van de sjalotjes toe. Breng het geheel op smaak met zout en versgemalen peper.