Breng 3 dl melk, laurierblad, zout en peper aan de kook en pocheer de vis daarin, zachtjes en niet te lang! (Laat een paar garnalen achter voor de garnering). Kook de aardappels gaar, giet af en stamp met een kop warme melk en wat margarine tot een smeuige puree. Maak op smaak met peper en zout. Laat de vis uitlekken en bewaar het pocheervocht en vul dit zo nodig weer aan tot 3 dl. Trek de vis in stukjes en doe samen met de garnalen in een lage ovenschaal. Stoom de worteltjes in een stoommandje in plm. 8 minuten beetgaar. Smelt 2 el margarine met 4 el bloem in een steelpannetje. Roer de melk en de wijn er beetje bij beetje doorheen tot een mooie gladde saus ontstaat. Voeg dille, kappertjes, peper en zout naar smaak toe. Laat het sausje nog eventjes pruttelen en indikken. Schep de worteltjes en tuinerwtjes over de vis en giet het sausje erover. Doe de puree in een spuitzak met een grote stervormige spuitmond en spuit hem over het vis-groentemengsel. Strooi wat geraspte kaas over de schotel, bedruppel met wat vloeibare margarine en laat 20 minuten in de oven gratineren. Garneer met de garnalen en nog wat dille en dien op.