Kip in stukken doen en bestrooien met zout en vers gemalen witte peper. In ca. 80 gr boter kip bruinen. De braadboter blussen met een scheutje kokend water en de kip gaar laten worden, in ca. 60 min. De kip af en toe bedruipen. Na 60 min. van de 20 gr boter en de 20 gr bloem een papje roeren (roux). De kip uit de pan halen en warm houden. De roux door de braadjus roeren die daardoor licht gebonden zal worden. Roer er vervolgens een scheutje citroensap door en daarna, onder voortdurend roeren, de room erbij gieten. Blijven roeren tot de saus fluweelig glad gebonden is. Proeven of het geheel hartig genoeg is en dan de kip weer in de pan doen. Nog even zachtjes laten sudderen en rijkelijk met de roomsaus begieten.