De bloem in een beslagkom zeven en met de boter en de suiker tot een kruimelige massa roeren, dan snel tot een soepel deeg kneden. Voor de afwerking alvast de kaneel vermengen met de suiker. Van het deeg een rol vormen van 4 cm dikte en /- 10 cm lengte en deze door de kaneelsuiker wentelen. De rol in plakken van een 1/2 cm dikte snijden. De rand van de plakken met een vork indrukken zodat een patroon ontstaat. De koekjes op het bakblik leggen. De koekjes midden in de oven /- 12 min. bakken. Op een rooster laten afkoelen en in een gesloten trommel bewaren.