Klop de boter met de suiker, het cacaopoeder en de kaneel met de mixer tot een luchtig mengsel. Klop er een voor een de eieren door. Spatel het gezeefde meel door het beslag. Schep het beslag in de vorm, strijk de bovenkant glad en bak de taart in ca. 1 uur en 15 min. gaar. Verwijder de rand van de vorm en stort de taart op een rooster. Week de gelatine voor de vulling in ruim koud water. Laat de peren uitlekken en vang het sap op. Verwarm een scheut van het perensap (bewaar de rest) en los daarin de uitgeknepen gelatine op. Snijd de helft van de peren in blokjes. Klop de slagroom stijf met de cacaopoeder en de suiker. Schep er het gelatinemengsel door en laat in de koelkast opstijven. Afwerken: Halveer de taart horizontaal in twee gelijke helften. Zet de onderste helft in de springvorm en bedruppel deze met de helft van de likeur. Verdeel er de helft van de room over en schep daarop de blokjes peer. Dek af met de bovenste taarthelft die eveneens met likeur is bedruppeld. Laat de taartvulling in de koelkast opstijven. Bestrijk de zijkant met chocoladeroom en rol de taart door de chocoladevlokken of hagel. Bestrijk de bovenkant van de taart met chocoladeroom. Snijd de achtergehouden halve peren in plakjes en leg ze op de taart. Maak taartgelei van het poeder en het bewaarde perensap volgens de gebruiksaanwijzing op het pakje en bestrijk daarmee de peren. Schep de resterende chocoladeroom in een spuitzak en garneer de bovenkant met roomrozetten.