Dons van de kwee(peren) eraf wrijven met een doek. Wassen met koud water. In stukken snijden zonder te pitten te beschadigen. (Vruchten zijn meestal KEI-hard!) In kleinere stukjes (kwartjes) verdelen en in een ruime kom doen. Vruchten onder koud water zetten (Water moet boven de vruchten staan) Vruchten zacht laten koken. Hoe langer je ze inkookt des te roder/ bruiner zal later de gelei zijn. Na ongeveer 1/2 uur (of 1.30 uur) zachtjes koken zouden de vruchten goed mals moeten zijn. Afgieten in een zeef/ vergiet/ neteldoek. Bij voorkeur niet aanduwen of wringen, want dan wordt het sap troebel. Het bekomen sap (+ citroensap) kan je inkoken met suiker (vb. 1 liter sap + sap van enkele citroenen en 1 kg suiker). In propere bokalen gieten en afdekken met celofaan of schroefdeksel. Bij gebruik van celofaan, zal de gelei wat uitdrogen en zodoende nog dikker worden. Indien je graag minder suiker gebruikt en als het wat vlugger moet vooruitgaan, kan je ook een pectine middel (PecPlus, gelfix, ...) toevoegen. Je mag dan de suikerhoeveelheid drastisch verlagen. De suiker hoeveelheid mag bij gebruik van Gelfix verminderd worden tot 250 of 500 g per liter sap.