Zeef in een kom de bloem, voeg de boter in stukjes gesneden toe en wrijf tot een kruimelig mengsel. Voeg de suiker toe en roer de vanille-aroma, het ei en de kersen erdoor. Vermeng alles tot een stevig deeg. Kneed het licht en rol van stukjes deeg balletjes ter grootte van een grote erwt. Druk 8 balletjes in de vorm van een krans en leg de kransjes op ingevette bakplaten. Ga door tot alle deeg op is. Bak de kransjes 12-15 minuten in de oven op 190 EC. Laat ze 2 minuten afkoelen en daarna op een rooster helemaal koud worden. Zeef voor het glazuur de poedersuiker (zonder zetmeel anders wordt het niet hard) in een kom en voeg rozenwater en voldoende water toe voor een glad, vloeibaar glazuur. Doop de bovenkant van de kransjes in het glazuur en garneer ze met schijfjes gekonfijte kers. Leuk om in de kerstboom te hangen met een rood lint en daarna lekker om op te eten.