Schwarzwalderkirschtaart.

Bereiding

Kneed een zandtaartdeeg van de bloem, 50 gram suiker, snufje zout, de boter en 1 eidooier. Verwarm de oven voor op 200 graden. Vet de bodem van de springvorm in. Rol het deeg hierop uit en prik het hier en daar in. Bak het in het midden van de oven in 25 minuten goudbruin. Laat het gebak even afkoelen, leg het dan op een rooster. Vet de vorm opnieuw in en bestuif hem met bloem. Temper de oven tot 175 graden. Klop de rest van de dooiers, 150 gram suiker en 3 eetlepels water tot een dikschuimige massa. Sla de eiwitten en het zout stijf en schep het schuim op de eiercreme. Zeef er de bloem, 75 gram maizena en de cacao boven en spatel alles zorgvuldig door elkaar. Strijk het deeg in de vorm glad en bak het onder in de oven in 30 tot 40 minuten gaar. Laat de chocoladebiscuit een nacht rusten. Snijd het biscuit tweemaal door. Bestrijk de zandtaartbodem met jam, leg er een plak bicuit op. Roer de poedersuiker en de kirsch door elkaar. Trempeer daar de biscuitlaag mee. Laat de morellen uitlekken, bewaar 1/2 liter vocht. Roer de rest van de maizena, de rest van de suiker en 4 eetlepels sap glad. Breng de rest aan de kook, roer er het aangemaakte maizena door, Laat 1 minuut koken en dan afkoelen. Roer de kersen door het sap. Week de blaadjes gelatine in koud water. Knijp ze uit en los ze au bain marie op. Roer er 4 - 5 eetlepels slagroom door en dan dit mengsel door de rest van de slagroom. Zet de slagroom een half uur in de koelkast. Strijk de helft van de kersenvulling op de biscuitplak. Verdeel hier een derde van de slagroom over. Leg nu de laatste plak biscuit erop. Bestrijk de taart met slagroom en spuit er 16 slagroom rozetten op. Versier de taart met geraspte chosola en losse kersen.