Wit Chocomousse-taartje

Bereiding

Klop het eiwit met de helft van de suiker stijf. Voeg beetje bij beetje de rest van de suiker toe en klop tot het eiwit dik en stijf is. Leg bakpapier op de bakplaat, schep met een lepel een dotje eiwit op het papier en strijk het uit tot een kleine driehoek. Herhaal dit tot je 12 driehoekjes hebt. Droog de schuimdriehoekjes 2 uur in de oven. (Dit kun je een dag van tevoren bereiden.) Neem de bakring en zet deze op een met bakpapier beklede bakplaat. Laat in handwarm water de blaadjes gelantine weken. Breng de melk met de chocolade aan de kook en los de blaadjes gelantine erin op. Laat afkoelen tot het lobbig is. Klop de slagroom met de 25 gr suiker bijna stijf en zet het even in de koelkast. Spatel de slagroom vervolgens luchtig door het lobbig geworden chocolademengsel. Schep het mengsel in de ronde bakvorm en laat het taartje goed opstijven in de koelkast. Smelt de 50 gr chocolade au bain marie. Smeer een bord of bakplaatje in met olie en schenk de chocolade erop uit. Strijk de chocolade uit tot een dunne plak. Laat de chocolade iets opstijven en snijder dan met een warm mes een vierkant uit van 8 x 8 cm. Laat deze plak goed hard worden. Maak het taartje los van de ring door met een warm mes langs de rand van de vorm te snijden. Verwijder de ring. Schep het taartje voorzichtig op een bord. Druk voor de saus de frambozen door een zeefje, meng dit door de creme fraiche en schenk dit over de taart. Strijk ook wat op de zijkant en plak hier de schuimdriehoekjes tegen. Maak de goudpastilles fijn en strooi ze op het chocoladeplaatje. Leg het plaatje tenslotte op het taartje.