Breng het water in een grote pan bijna aan de kook, haal het van het vuur en roer er beetje bij beetje het meel doorheen; meng grondig en zorg ervoor dat er geen klontjes ontstaan. Zet de pan weer op het vuur en kook het 30 minuten al roerend. Voeg peterselie en zout naar smaak toe. Giet het mengsel op bakpapier en plet het met een spatel tot een dikte van ca. 1 cm. Snijd er, als het is afgekoeld, met een mes vierkantjes of met een deegsteker rondjes uit. Bak ze in olijfolie aan beide kanten goudbruin. Bestrooi ze met wat versgemalen peper en dien ze heet op.