Kook de aardappelen gaar en maak een niet te vochtige puree met melk, zout en nootmuskaat. Zeef de visbouillon en pocheer hierin de wijtingen net gaar. De bouillon mag niet gaan borrelen, maar moet wel tegen de kook aan blijven. Wanneer de vis gaar is, deze in stukken verdelen en graatjes en velletjes verwijderen. De bouillon wordt gebruikt voor de saus. Kook de spinazie, laat deze goed uitlekken en hak eventueel de blaadjes fijn. Verwarm de oven voor tot 250 graden. Bekleed de rand van een licht beboterde vuurvaste schotel met aardappelpuree. Schep de spinazie in het midden en leg de stukken vis hierop. Verhit in een pan de boter en roer er de bloem door. Laat deze eerst gaar worden (niet bruin) en giet geleidelijk aan de visbouillon erbij en blijf steeds goed roeren, boven lag vuur tot een gebonden saus is ontstaan. Voeg de room toe en de kaas. Schenk deze saus over de vis, spinazie en aardappelpuree. Zet de schotel 15-20 min in de oven tot er een mooi korstje opzit.