Maak de bostognekoeken heel klein door ze in de keukenmachine fijn te malen. Laat de boter in een pan op zacht vuur smelten. Bekleed intussen de taartbakvorm met een doorsnee van 24 centimeter met plasticfolie. Roer de boter goed door de koekkruimels. Verdeel dit mengsel over de bodem van de vorm en druk het met de bolle kant van de lepel goed aan. Zet de taartbodem in de koelkast. Was de aardbeien, verwijder de kroontjes en snijd ze in stukjes. Laat in een kom met koud water de witte gelatine 5 minuten weken. Klop de slagroom met 25 gram suiker stijf. Verwarm in een pan het citroensap met 3 eetlepels likeur. Knijp de gelatine goed uit en laat het in de hete likeur (die je inmiddels van het vuur hebt gehaald)oplossen. Roer in een kom de kwark, de rest van de suiker en de stukjes aardbei door elkaar. Voeg al roerend het gelatinemengsel toe. Schep de slagroom erdoor. Verdeel het kwarkmengsel over de taartbodem en strijk de bovenkant glad. Laat in de koelkast 2 uur opstijven. Laat in een kom met ruim koud water de rode gelatine 5 minuten weken. Verwarm zachtjes de rest van de likeur. Knijp de gelatine goed uit en los het op in de hete likeur (die je inmiddels van het vuur hebt gehaald). Schenk het gelatinemengsel over de kwarktaart. Leg er 12 halve aardbeien in een cirkel op. Zet de taart terug in de koelkast en laat het nog 1 uur opstijven. Snijdt de taart met een natgemaakt mes langs de rand los. Verwijder de rand en zet de taart op een schaal. Spuit met een bus nog wat slagroom erop.