Laat het bladerdeeg ontdooien. Pel de uien en de sjalotten. Snijd de grote uien in dunne partjes en halveer zonodig de sjalotten. Maak de bosuitjes schoon en snijd ze in stukjes van 4 cm. Verwarm de oven voor tot 200 graden C. Smelt de boter en schep de dunne uipartjes erdoor. Voeg de suiker, de witte wijn en peper en zout naar smaak toe en schep goed om. Voeg de sjalotten toe en laat de uien ca. 10 minuten zachtje stoven. Keer de sjalotten halverwege de stooftijd. Vet een lage taartvorm, (doorsnede 22 cm) in met olie. Strooi de thijm over de bodem van de vorm. Verdeel de bosuitjes en de sjalotten over de bodem van de vorm. Schep de gestoofde uipartjes erover. Leg de plakjes bladerdeeg op elkaar en rol ze uit tot een ronde lap van 26 cm doorsnede. Dek de taartvorm hiermee af en stop de randen in. Bak de taart in de voorverwarmde oven in ca. 30 minuten gaar en lichtbruin. Laat de taart 10 minuten rusten. keer hem voorzichtig met behulp van een ronde schaal. Serveer de taart in punthes gesneden bij een lekker glas bisschopswijn