Verwarm de oven voor op 220 °C. Vet een springvorm van 22 of 24 cm doorsnee in met boter en bestuif lichtjes met bloem. Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom. Snijd de boter met twee tafelmessen tegen elkaar in in steeds kleinere snippers. Maak een hand koud onder de kraan, droog af en kneed het mengsel snel tot een samenhangend deeg. Maak er een bol van en druk die meteen (zonder uitrollen) in de taartvorm zodat er een randje ontstaat. Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in dunne schijfjes. Beleg daarmee in kransen de taartbodem. Klop de andere ingrediënten voor de vulling door elkaar en giet dat over de appels. Bak de taart in circa 30 minuten gaar