Het bestaat uit een mengsel van noten, rozijnen en vijgen, die de kleur hebben van de pijen van de vier grote bedelorden: amandelen, in de koekenpan geroosterd, zodat men de velletjes eraf kan schuiven, waarna ze blank zijn als de pij van een Dominicaan; vijgen, grijsbruin als de Minderbroederspij; hazelnoten met de kleur van de Karmelieten en Malaga-rozijnen, zwart-violet als het kleed der Augustijnen.