Als het deeg gerezen is (ongeveer verdubbeld in volume), heb je twee mogelijkheden. Ofwel kneed je het deeg nog eens door. Ofwel laat je het zoals het is. dat laatste geeft een luchtiger, korreliger effect na het bakken. Je kan werken met een lage taartvorm of rechtstreeks op het bakblik (= plaatkoek). Het geknede deeg rol je uit tot de gewenste grootte of je duwt het gewoon met de handen uit in de vorm. Niet gekneed deeg spatel je in de vorm.Ontpit de pruimen en snij ze in vier partjes. Leg die op het deeg. Sommige soortenpruimen geven bij het bakken vrij veel vocht af. Om te voorkomen dat het over de koekrand loopt, wat korsten maakt, bekleed je de rand van de bakvorm best met reepjes aluminiumfolie.Zet de koek in de oven op 200 graden. Laat 30-40 minuten bakken. Goed laten afkoelen.