Bekleed de bodem van de ronde bakvormpjes met de vetvrije rondjes bakpapier en smeer deze in met boter. Rol het bladerdeeg uit tot een dikte van ongeveer 1.5 mm ter grootte van de vormpjes. Verhit de suiker met bijgevoegd 2 eetlepels water in een pan met dikke bodem en laat dit zachtjes koken totdat het een goudgele karamel is geworden. Neem de pan van het vuur en roer de karamel met de boterblokjes tot een glad geheel. Giet vervolgens een dun laagje karamel op de bodem van elk vormpje. Schik de rondjes banaan rechtop in deze karamel: een in het midden en de rest eromheen. Doe dit zodanig dat het geheel op een bloem lijkt. Dek een en ander af met de deegrondjes en laat het geheel op een koele plaats circa 20 minuten rusten. Verwarm de oven voor op 220 graden. Bestuif de vormpjes met poedersuiker en zet deze zo′n 20 minuten in de oven, tot de inhoud goudbruin gebakken is. Neem de taartjes uit de oven en laat deze 1 minut afkoelen. Keer de vormpjes voorzichtig om op borden en verwijder daarna het vetvrij papier.