Los de gist op in 1/8 liter lauwe melk en een snufje suiker en laat het gisten. Vermeng met de gezeefde bloem, 80 gram suiker, het snufje zout, 80 gram zachte boter en een ei en kneed alles goed door. Sla het op de werkbank tot het glad en soepel is. Dek het deeg af en laat het op een lauwwarme plaats 30 minuten rijzen. Roer intussen de grof gemalen amandelen met 100 gram suiker, 1 ei, 1/8 liter slagroom en de geraspte appel door elkaar. Rol het deeg uit tot 45 x 50 cm. en verdeel het in 3 gelijke rechthoeken van 15 x 50 cm. Bestrijk iedere rol met de abrikozenjam en besmeer ze met de amandelmassa. Rol ze op en vouw van de 3 rollen te samen een vlecht. Leg de vlecht in de vorm van een krans op een ingevette bakplaat en laat nogmaals 30 minuten rijzen. Bestrijk het voorzichtig met eistrijksel en bak de krans af in ongeveer 30 minuten in een oven van 200 graden. Vermeng 2 eetlepels water met 50 gram poedersuiker en bestrijk hiermee het nog warme brood.