Breng de zuurkool op hoog vuur aan de kook samen met de panchetta, ui, kruidnagelen, laurier, jeneverbessen, de appelsap en een liter water. Laat dit 1? - 2 uur op een laag pitje rustig koken. Als de hele ui zacht en glazig is kun je ervan uitgaan dat de zuurkool voldoende gegaard is. Haal de spek uit het vocht en leg apart om af te koelen. Smelt de boter in een pan en laat de knoflook en de lente-ui langzaam smoren. Voeg de aardappels en 450 g van de zuurkool toe en laat de inhoud van de pan even smoren. Blus het geheel af met 1 l kippenbouillon en de room en voeg de jeneverbessen, en laurier toe. Laat de soep een kwartiertje koken, haal dan de jeneverbessen en de laurier uit de pan en pureer de soep. Haal de soep door een zeef en breng op smaak met zout en peper. Snij het spek in blokjes en stop deze in de keukenmachine. Maak de spek fijn met het eiwit van 1 ei, zout, peper en een flinke lepel Doesburgse mosterd tot een gladde stevige massa. Draai hier vervolgens kleine bitterballen van en laat ze nog even opstijven in de koelkast.