Snij het vlees in dobbelstenen. Doe de azijn, wat zout en peper, de laurierblaadjes, kruidnageltjes, de jeneverbessen en de tijm bij het vlees en schep het goed om. Laat het afgedekte vlees minstens 8 uur of op een koele plaats rusten. Laat het vlees in een zeef uitlekken en vang het vocht op. Meet 2 dl. van dit vocht af (of vul aan tot 2,5 dl. met water). Dep het vlees droog. Verhit 25 gram van de boter en fruit de grof gesnipperde uien. Schep de ui uit de pan. Verhit 25 gram boter in de pan en bak het vlees in drie porties omscheppend op hoog vuur rondom bruin. Doe bij elke portie wat nieuw boter in de pan. Doe al het vlees in de pan en doe er de ui, de suiker, appelstroop, grof verkruimelde ontbijtkoek en de marinade bij. Schep goed om en laat op een laag vuur met het deksel op de pan circa 2,5 uur zacht stoven. Proef of er nog zout en peper bij moet.