Hak de garnalen klein. Smelt de boter in een diepe pan. Roer er 2 el bloem door en laat dit even kleuren. Voeg dan telkens scheutjes melk toe en laat de saus onder voortdurend roeren koken, tot hij dik en gebonden is. Doe de Parmezaanse kaas erbij en blijf roeren tot de kaas volledig is opgenomen. Voeg er de garnalen, citroen- sap, zout, peper en peterselie bij en laat de saus al roerend zachtjes koken tot een stevig mengsel ontstaat. Laat alles afkoelen. Rol op een met bloem bestoven plank een lange rol van het mengsel. Snij er steeds stukjes af en vorm daar croquetten van. Rol deze eerst door de rest van de bloem, daarna door het losge- klopte ei en tot slot door het paneermeel. Verhit de olie tot 170 graden en bak de croqutten in 6-8 minuten rondom goudbruin. Laat ze op keukenpapier uitlekken en iets afkoelen.