1 varkensstaart 4 varkensoren 4 boerenworsten 4 varkenspoten 250 gm borstspek 4 spieringkoteletten 2 wortelen 2 rapen 2 preien 1 stengel bleekselderij 1/2 knolselderij 1/2 boerenkool 2 uien 1 tijm, laurier 1 peper, zout 1 boter 1 teentje look 1 kg aardappelen 2 liter bouillon 50 gm peterselie 1 mosterd Snijd de staart, de oren en de poten in regelmatige stukken en bak ze in boter aan. Doe hetzelfde met de boerenworsten en de spieringkoteletten. Snijd de wortelen, de rapen en knolselderij in blokjes van 1 1/2 cm bij 6 cm en de rest van de groenten in lange repen van maximaal 6 cm. Neem een hoge kookpot of een diepe braadslee. Leg daarin het vlees met de versneden groenten erbovenop. Voeg de bouillon en het kruidentuiltje eraan toe en breng het geheel aan de kook. Kruid intussen met peper en zout. Snijd het borstspek in blokjes en doe die samen met de versneden bloemkool in een kookpot. Zet het deksel op de pot en laat 2 uren gaar stoven. Voeg op ca. 20 minuten van het einde van het stoofproces de in kwartjes gesneden aardappelen toe. Stoof verder gaar, controleer de smaak en kruid eventueel bij. Bestrooi tenslotte met gehakte peterselie. Serveer de mosterd apart.