4 kippenbouten 200 gm witte bonen (12 uur geweekt in kou; d water) 4 tomaten 4 kippenworsten 4 repen dik buikspek (1/2 cm) 2 sjalotten 1 bosje peterselie 1/2 liter rode wijn 1 takje tijm 1 laurierblad 1 peper en zout 100 ml olijfolie 20 gm tomatenpuree 1 bloem Gedroogde witte bonen moeten een nacht van tevoren in de week gezet worden, ze koken niet altijd even gemakkelijk gaar. Je kan ze vervangen door bonen uit blik. Snijd de sjalot in ringen en de tomaten in blokjes. Snijd het spek in blokjes. Wrijf de bouten in met peper en zout. Bak de bouten aan in hete olie, samen met het spek, de sjalot en tomaat. Neem de bouten even uit de pan. Roer de tomatenpuree door het mengsel in de pan en voeg er net zoveel gezeefde bloem bij totdat de massa loslaat van de pan. Giet er de rode wijn bij, goed roeren, indien nodig meer wijn toevoegen, de saus mag licht lopend zijn. Breng de saus op smaak met peper en zout. Bak de ingeprikte, licht bebloemde, worsten aan in wat olie. Meng de saus, bouten en worsten tezamen in een grote aardenwerken pot, duw het takje tijm en het laurierblad in de saus, dek de pot af en plaats het in de oven bij een temperatuur van 180°C, gedurende 35 minuten. Dien de cassoulet op, eventueel bestrooid met gehakte peterselie of een takje kervel. Lekker met gekookte aardappeltjes.