300 gr mager varkensvlees 3/4 l magere bouillon 500 gr witte kool 1 grote wortel 1 prei 2 grote uien 2 tenen knoflook 1/4 selderijknol 2 takken peterselie 1 laurierblad peper en zout msp tijm 6 aardappelen 1. Snijd het varkensvlees in dobbelsteengrote stukjes. Breng de bouillon aan de kook. Voeg het vlees toe. Kook het zachtjes, de hittebron op de laagste stand.
2. Snijd de witte kool in reepjes. Schrap de wortel en snijd die in plakjes. De prei snijd u in ringetjes. De uien worden gepeld en in plakken gesneden. Pel de teentjes knoflook ook, snijd ze in stukjes. Schil de selderijknol, snijd die in reepjes. Doe - als het vlees al een halfuurtje kookt- alle groenten bij de bouillon. Voeg ook de peterselie, het laurierblad, een beetje peper en zout en de tijm toe. Schil de aardappelen, was ze en snijd ze in blokjes. Kook groenten en aardappelen nog een half uur mee met het vlees. Proef ten slotte of nog wat peper en zout nodig is.