1 pkg bami 1 zout 250 gm varkensvlees 50 gm boter of 2 eetlepels olie 100 gm garnalen 1 gedroogde of verse uien 4 teentjes knoflook 1 mespuntje trassi 1 kentjur 1 een snuifje ve-tsin 2 laurierblaadjes 1 ketjap 100 gm tauge of 100 gr kool of 200 gr and; ijvie 1 verse prei 1 peper of sambal Zet de bami op in ruim kokend water met zout. De kooktijd hangt af van welke soort u gebruikt. De bami die haast nooit mislukt, is een heel dunne soort. Bami is altijd gaar als u erin kunt knijpen zonder een hard stukje te voelen. Als de bami gaar is, giet ze dan af en spoel haar na met koud water om te voorkomen dat de bami-slierten aan elkaar kleven. Bak intussen het vlees in boter of olie,samen met de garnalen. Als u gedroogde garnalen gebruikt, week die dan wel van tevoren. Bak samen met vlees de fijngesneden ui, de knoflook, de trassi, kentjur, ve-tsin en de laurierblaadjes. Voeg, als het vlees gaar is, de bami toe en schep haar om, terwijl u de ketjap in kleine hoeveelheden toevoegt. Voeg, als de bami bijna klaar is, de taug‚ of de andere fijngesneden groente en de fijngesneden prei toe. De groente mag maar heel even worden verwarmd, want ze moet knapperig blijven. Maak op smaak af met peper of sambal. :Energie : 0 kcal :Letzte Aender. : 2