Kook de aardappelen gaar en prak ze fijn. Onthuid de bakkeljauw en kook het 5-10 minuten in ruim water om het te ontzouten; spoel het daarna in een vergiet met koud water af, ontbot het en verdeel het in kleine stukjes. Lek het vervolgens uit door de bakkeljauw in het vergiet goed uit te knijpen en bak het bruin in de olie met peper en knoflook. Voeg het daarna bij de aardappelen en goed omscheppen met selderij. Maak hiervan kroketjes of balletjes, en rol die door het geklutste ei, daarna door de paneermeel. Bak de kroketjes of balletjes goudbruin.