Leg de niertjes gedurende een half uur in een bak met water. Verschoon dan het water en laat ze nog een half uur liggen. Haal ze dan uit het water en spoel ze met koud water af. Halveer ze en verwijder eventuele ongerechtigheden. Snijd de niertjes in kleine stukken. Meng gember, knoflook en wat zout door elkaar en smeer de niertjes hiermee in. Laat ze zo drie kwartier marineren. Maak intussen de ui schoon en snipper hem fijn. Fruit de ui samen met de kurkuma, ketoembar, piment, fijngemaakte kemiries en de kaneel onder goed omscheppen aan in wat olie. Doe er dan de niertjes bij en laat deze kleuren. Giet er dan twee kopjes water bij, zet het vuur laag en laat de niertjes gaar worden. Breng het gerecht op smaak met tamarinde, kaneel en suiker.