kastanjechampignon soep met broodstengels

Bereiding

Soep: Vier champignons apart houden voor de garnering en de rest in vieren delen. Fruit de champignons in de olijfolie goudbruin. Voeg de sjalotjes, knoflook, tijm toe en fruit het geheel nog even, op smaak brengen met versgemalen peper. De sjalotjes niet te bruin laten worden en mooi zacht laten. In een ruime pan de bouillon en het champignonsmengsel 10 minuten laten pruttelen en daarna met de staafmixer fijn malen tot een romige soep, niet op een vuur! Voor het opdienen de creme fraiche erdoor mengen en even opnieuw verhitten. Broodstengels: Verwarm de oven voor op 220 graden Celsius). Los de gist op in warm water en meng met de bloem, zout en olijfolie. Kneed dit totdat een mooi en soepel deeg is ontstaan, ongeveer 15 minuten. Dek het deegmengsel af met een theedoek en laat een uur rusten op kamertemperatuur. Verdeel het deeg nu in twee delen. Voor de ene helft voeg de tijm of oregana toe en voor de tweede helft het karwijzaad. Kneed beiden nog goed door! Rol het deeg uit tot twee langwerpige lappen zijn ontstaan (22 x 16 cm) en snijd elke plak, in de lengte, in acht stroken. Kan de plakken deeg eventueel draaien. Laat het geheel in een warme keuken nog tien minuten extra rijzen. Bekleed een bakblik met geboterd bakpapier, bestrijk de stengels met wat gesmolten boter, bestrooi ze licht met maisgriesmeel en bak ze in 10 a 15 minuten af in de oven, totdat ze mooi goudbruin zijn. Laat even afkoelen voor het serveren bij de opnieuw verhitte soep.