1 Verwarm de oven voor op 200 °C. Bekleed de springvormen met bakpapier.
2 Stort de ricotta op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ca. 30 min. in het midden van de oven. Laat afkoelen tot kamertemperatuur. Verlaag ondertussen de oventemperatuur naar 180 °C.
3 Doe 6 eieren, 3 zakjes vanillesuiker en 150 g kristalsuiker in een kom. Klop met een mixer in 8 min. tot een luchtig beslag. Spatel in delen de bloem erdoor en verdeel het beslag over de springvormen. Bak in ca. 20 min. gaar en lichtbruin. Neem uit de oven en laat 15 min. afkoelen in de vormen. Neem de cakes uit de vormen en laat in 1 uur helemaal afkoelen.
4 Doe de ricotta in een kom en roer met een garde los met de rest van de vanillesuiker en de rest van de suiker. Hak de chocolade in stukjes en spatel 2/3 van het citroenrasp erdoor. Bestrijk hiermee 1 cake, leg de andere cake erop.
5 Kneed beide stukken marsepein samen tot een bal en leg tussen 2 vellen bakpapier. Rol met de deegroller uit tot een lap die de hoogte van de taart heeft en iets langer is dan de omtrek. Bekleed de taartrand ermee en druk iets aan.
6 Splits de laatste 2 eieren, het eigeel gebruik je niet. Doe de eiwitten in een vetvrije kom en klop stijf met een mixer. Voeg halverwege de rest van het citroenrasp en de poedersuiker toe. Bestrijk hiermee de bovenkant van de taart.