Verwarm de oven op 200 garden. Mix de suiker, bloem en boter door elkaar tot een kruimelig deeg. Kneed het daarna tot een soepel deeg. Bestuif een werkvlak en rol het deeg uit. Vet een vlaai/quiche vorm in met een beetje boter en bekleed met het deeg. Prik met een vork gaatjes in de bodem en zet hem ongeveer 20 min in de oven totdat hij goudbruin en hard begint te worden. (je hoeft de bodem niet blind te bakken). Haal de vorm uit de oven en bestrijk met een losgeklopt ei. Zet de vorm daarna nog 5 a 10 minuutjes in de oven totdat het ei hard is geworden. Zo voorkom je dat de bodem zacht wordt van de vulling. Maak als volgt het banketbakkersroom; breng de melk, suiker en vanillesuiker aan de kook. Roer de custard poeder met een paar eetl melk in een kommetje zodat er geen klonters ontstaan. Voeg het custardpapje toe aan de melk en roer met een garde goed door. Laat een paar minuten zachtjes koken. Meng in een kom de slagroom, maïzena en de eieren met een mixer. Giet het warme custardmengsel er bij en roer tot een gele massa. Doe alles in een grote ketel en breng zachtjes aan de kook. Giet de gesmolten boter er bij en roer goed door. Laat het mengsel indikken naar gewenste dikte en laat daarna afkoelen. Schep de banketbakkersroom op de bodem en strijk hem glad. Snijd de appels in vieren, verwijder het klokhuis en snijd in plakjes. Meng ze in een kom met 3 eetl suiker, citroensap en kaneel. Verdeel ze daarna mooi over de room. Zet de appel room vlaai nog ongeveer 25 minuten in de oven op 180 graden. Pas op dat de rand niet te donker word. Vlak nadat de vlaai uit de oven is bestrijk je de bovenkant met abrikozenjam voor een extra lekkere smaak en mooie glans.