Verwarm de oven op 200 graden. Breng een pannetje water aan de kook. Schil de aardappels en snijd in stukken. Kook de aardappels in 15 min beetgaar. Maak ondertussen de saus: verwijder de zaadjes van de pepers. Hak de koriander, munt en groene peper heel fijn in de keukenmachine. Voeg de yoghurt en citroensap toe en laat even meedraaien totdat er een mooie groene massa ontstaat. Schep deze in een kommetje. Giet de aardappelblokjes af en prak ze grof. Roer de erwtjes en de currypasta er door heen. Hak de koriander fijn en meng met het aardappelmengsel. Snijd de vellen bladerdeeg schuin doormidden. Schep een beetje aardappelvulling er op en vouw ze dubbel. Druk ze met een vork goed dicht. Herhaal dit totdat je 8 kleine gevulde driehoekjes hebt. Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg de samosa’s hierop. Bestrijk ze met een beetje melk en zet ze ongeveer 20 minuten in de oven totdat ze goudbruin en krokant zijn. Serveer de samasa warm samen met de frisse dipsaus.