Gnocchi met courgette

Bereiding

Schil de aardappels en kook ze in 20 minuten gaar. Rasp ondertussen de parmezaanse kaas en splits de eieren. Giet de aardappels af en doe ze terug in de pan en laat ze met de deksel er op nog even na stomen. Pureer de aardappels met een stamper en voeg de eierdooiers, 225 gr bloem,75 gr parmezaanse kaas en wat peper en zout toe. Kneed dit alles tot een soepel deeg (het deeg blijft een beetje plakkerig). Dek het deeg af en laat 20 minuten in de koelkast staan. Snijd ondertussen de courgette julienne (in dunne reepjes). Verhit de olijfolie in een koekenpan en bak de courgette 5 minuten. Bestuif het aanrecht met bloem en verdeel het deeg in bolletjes. Rol elk bolletje deeg met je handen uit tot een sliert van ca 2 cm dik. Stooi er nog een beetje extra bloem overheen en snijd de sliert in stukjes van ca 2 a 3 cm breed. Druk met een vork lichtjes op de bovenzijde zodat er een ribbel patroon ontstaat. Breng een ruime hoeveelheid water aan de kook en kook de deegkussentjes in 2 minuten portiegewijs gaar. Ze zijn gaar als ze boven komen drijven. Schep ze met een schuimspaan er uit en laat ze uitlekken in een vergiet. Druppel er een paar druppels olijfolie overheen en hussel af ene toe even met het vergiet zodat ze niet aan elkaar gaan plakken. Verhit de boter in een pan en voeg de salie toe. Schep de gnocchi in de pan en bak 3 minuutjes op laag vuur. Doe de courgette er bij en breng het geheel op smaak met peper en zout. Schep de gnocchi op (voorverwarmde) borden en verdeel de parmaham en de overgbleven geraspte parmezaanse kaas er over. Dit recept is ook mogelijk met kant en klare gnocchi maar is natuurlijk het lekkerst met versgemaakte gnocchi.