Smelt de basterdsuiker met de stroop en de boter in een steelpan op laag vuur. Neem de pan van het vuur. Meng in een kom de kaneel met het bakpoeder en een snuf zout door de bloem. Voeg het ei, het boter-stroopmengsel en de melk toe. Meng de massa met een vork tot een plakkerig deeg en kneed met de handen tot een soepel deeg. Laat het deeg verpakt in vershoudfolie 1 uur in de koelkast rusten. Verwarm de oven voor tot 180 ºC. Rol het deeg uit tot een lap van 3-4 mm dikte. Tip: een beetje extra melk maakt eventueel te stug geworden deeg weer soepel. Steek vormpjes uit de lap deeg en leg ze op de bakplaat. Maak met een satéprikker een ruim gat in het deeg (voor het lint). Bak de koekjes in 10 min. bruin en gaar. Laat ze op een taart- of ovenrooster helemaal afkoelen. Versier de koekjes met smeltsnoep. Let op; prik meteen het gaatje weer door dat je al had gemaakt. Decoreer verder met schrijf-of glitterstiften, marsepein of zachte bonte of zilveren parels. Haal een lint door de gaatjes en hang de hangers in de kerst