Deeg Hak de dille fijn. Meng de bloemsoorten met het zout en de dille. Meng het water er beetje bij beetje door tot er een soepel deeg ontstaat. Verdeel het deeg in vieren en vorm er bolletjes van. Smelt de boter met de olie. Bestrijk de deegbolletjes met het botermengsel (bewaar wat botermengsel voor later). Dek het deeg af met plasticfolie. Rundervulling Maal met de gehaktmolen het vlees fijn tot gehakt. Pel en snipper de sjalot. Pel en hak de knoflook. Verhit een scheutje olie een koekenpan en rul het gehakt met de sjalot en de knoflook. Snijd de schil van de halve ingelegde citroen fijn en voeg toe aan het gehakt. Verwijder de draden van de bleekselderij, snijd de bleekselderij fijn en voeg toe aan het gehakt. Ghraif Vet het aanrecht in met het achtergehouden botermengsel. Leg een bolletje deeg op het ingevette stuk. Wrijf het deeg voorzichtig uit tot een plak van circa 30 bij 30 centimeter en circa 3 tot 4 millimeter dik. Tip: als dit lastig gaat, pak wat van het botermengsel om je handen mee in te wrijven. Schep een beetje gehakt in het midden van het deeg en vouw het deeg dicht tot een pakketje. Herhaal dit voor de resterende deegbollen. Verhit een scheut olie in een koekenpan en bak de ghraifs op laag vuur om en om in circa 6 minuten goudbruin. Serveren Serveer de ghraifs op een schaal.