Warme bananenpudding met karamelsaus

Bereiding

Bananenpudding Vet de puddingvormpjes in met boter. Pel de banaan en weeg 120 gram af. Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit. Pureer de bananen met de crème fraîche en het vanillemerg. Roer in een kom de boter met de suiker, bakpoeder, ei en het zout luchtig. Voeg de bananenpuree en de bloem toe en meng goed door. Verdeel het beslag over de ingevette vormen en dek ze af met plasticfolie. Stoom ze in circa 15 minuten in een stoommandje gaar. Karamelsaus Kook de suiker, het water en de stroop tot een karamel. Los de boter erin op. Breng de room aan de kook en voeg samen met de cognac toe aan de karamel. Kook tot een gladde saus en serveer bij de bananenpudding. Garnering Verhit de olie tot circa 180 ºC. Pel de banaan en schil deze met een dunschiller in dunne repen. Frituur ze circa 1 minuut tot ze goudbruin en krokant zijn en laat uitlekken op keukenpapier. Klop de room met de vanillesuiker op en schep in een spuitzak met een gekartelde spuitmond. Spuit een rozet room bij de warme bananenpudding en steek de bananenchips er in. Bestuif met een beetje poedersuiker en garneer met een takje munt.