Zeef de bloem en meng met 1,5 theelepel zout. Meng het gist met 150 ml warm water en laat een minuutje wellen. Maak een kuiltje in het meelmengsel en giet het water met gist en 25 ml olijfolie er in. Meng met een lepel en kneed daarna met je handen tot een soepel deeg. Pak een beslagkom en bestuif deze aan de binnenzijde met bloem. Leg de deegbal er in en dek af met een vochtige theedoek. Laat op een warme plek (ongeveer 25-30 graden is het beste) 45 min rijzen totdat de massa zich heeft verdubbeld. Verwarm de oven op 200 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg het deeg hier op. Duw het met je handen uit elkaar tot een rechthoek (houd nog wat ruimte over op de bakplaat want het deeg zet nog een beetje uit in de oven). Bestrooi met peper en zeezout. Maak met een lepeltje kuiltjes in het deeg en doe de tomaatjes hier in. Neem wat plukjes rozemarijn en steek deze her en der in het deeg Besprenkel de bovenzijde met een beetje olijfolie en bak het focaccia brood in 30 tot 35 min bruin. Snijd het brood in stukken. Lekker als lunch, bij de soep of om je diner mee te beginnen.